Bomen reinigen de lucht, betonpannen nu ook !               TERUG
Met de ClimaLife van Nelskamp.

Alarmerende hoeveelheden fijnstof, aandoeningen aan de luchtwegen, smog-alarm… We horen en lezen het iedere dag. Erger nog, we worden er iedere dag mee geconfronteerd.
Hier kunnen we nu wat aan doen, met de ClimaLife betondakpannen.

De eerste dakpan die NOx (stikstofoxide) van uitlaatgassen door verkeer, industrie en verwarmingstoestellen zuivert en omzet in niet-schadelijke stoffen zoals NO3 (nitraatmoleculen). Hieraan ging ruim vier jaar onderzoek vooraf. Zeer van belang voor ons leefklimaat, maar ook dat van onze kinderen. We hebben tenslotte allen een maatschappelijke verantwoording.

De ClimaLife betondakpannen bevatten een toplaag dat op een unieke wijze wordt aangebracht met titaniumdioxide (TiO2) in de micromortel. De oppervlaktelaag van de pan met titaniumdioxide wordt fotokatalytisch door het UV-licht. Het vuile lucht dat het oppervlak van de betondakpan benadert wordt daardoor gereinigd, terwijl de vuildeeltjes die op de pan achterblijven eenvoudig door de regen weg gespoeld worden en geen schade meer toebrengen aan het milieu.
Bij daglicht kunnen de ClimaLife betonpannen tot 90% van de schadelijke gassen als koolstofoxide en stikstofoxide (NOx) neutraliseren. Als de zon niet schijnt, is dat tot 70 procent.

Een dakoppervlak met 200 m2 ClimaLife dakpannen is voldoende om in één jaar de uitstoot van drie verwarmingsinstallaties te neutraliseren.

De betondakpannen op zich zijn zeer vriendelijk voor het milieu. De productie ervan vergt namelijk weinig energie waardoor een veel lagere C02-emissie verkregen wordt dan bij andere dakbedekkingen het geval is. Tijdens zijn levensduur helpt het cementbestanddeel door het carbonatieproces mee aan het opnemen van de schadelijke CO2, terwijl na de gebruiksperiode de pannen volledig kunnen worden gerecycled.

De ClimaLife dakpannen zijn nu al verkrijgbaar in de modellen Finkenberger en S-pan en in vier natuurlijke kleuren: natuurrood, bruin, cementgrijs en antraciet.

Bron: Nelskamp                                                              TERUG